3.2 LL Samenwerker

De levensloop van de samenwerker en diens wijze van samenwerken beïnvloeden elkaar doorlopend en wederzijds zodat men hun interactie het best in een overkoepelen verband kan plaatsen. 

                                            

Hoe doe ik dat?

  1. U gebruikt de taal en de cultuur uit uw jeugd als referentiekaders
  2. U gebruikt de algemene leeftijds- of levensfasen
  3. U gebruikt het begrip cognitief-emotionele ontwikkeling
  4. U kent (uw) morele ontwikkeling
  5. verdiept zich bij ingrijpende vraagstukken in de pedagogiek of gerontologie.

Meer weten? Zie Levensloop