3.2.5.1.1 Rituelen

Rituelen geven richting en helpen bij het opruimen in de omgang met het onverklaarbare of oncontroleerbare. Het is zaak ze goed in te richten.

Hoe doe ik dat?

  1. U gebruikt attributen uit de theaterwereld, zoals decor, licht, geluid, locatie etc. U doet aan stage-setting
  2. U laat alles mooi kloppen en passend zijn, u bent consequent
  3. U bent kritisch in uw toelatingsbeleid, u laat anderen toe op basis van verwantschap
  4. U sluit aan bij wat al vereerd of geëerd wordt, u plaats de dingen in het grotere geheel van zingeving en religie
  5. U maakt gebruik van een rituelenbegeleider of magiër
  6. U zorgt er voor dat u als begeleider geloofwaardig bent en een acceptabele ratio hanteeert. U heeft charisma
  7. U bespeelt uw publiek, u raakt het hart
  8. U doet een appel op alle zintuigen en schuwt het gebruik van seks, dood en humor niet. U bent breinbewust
  9. U kiest het juiste ritueel voor de gelegenheid, zoals bijv. afscheidsrituelen bij een verlies. U bent functioneel
  10. U kiest het juiste moment, u doet aan timing

 Meer weten? Zie Kosmologie